Afspraken medische noodzaak: apotheker hoeft medische noodzaak niet meer te controleren
Schrappen administratie als gevolg van beslissen over medische noodzaak door de voorschrijver.
Het kan voorkomen dat een voorschrijver het op basis van individuele patiëntkenmerken medisch niet verantwoord vindt dat een patiënt behandeld wordt met een ander merk medicijn. In dat geval kan de voorschrijver “medische noodzaak” op het recept vermelden en zo voorkomen dat de patiënt een ander merk medicijn krijgt. Als alleen de patiënt een voorkeur heeft voor een specifiek medicijn is dat onvoldoende reden voor medische noodzaak.
Of er sprake is van medische noodzaak is de eindverantwoordelijkheid van de voorschrijver en de apotheker dient dat oordeel te volgen. Daarom is ook afgesproken dat de zorgverzekeraar de apotheker daarop niet (financieel) mag afrekenen, bijvoorbeeld als dit leidt tot de verstrekking van een geneesmiddel dat niet het preferente middel is van de zorgverzekeraar. Omgekeerd kan de zorgverzekeraar, als toepassing van medische noodzaak afwijkt van het landelijk gemiddelde, de arts en de apotheker vragen om een toelichting. Dit is vastgesteld als onderdeel van afspraken over verantwoord wisselen.
Voor meer informatie over de gemaakte afspraken, zie de leidraad verantwoord wisselen en de Kamerbrief