De ontregelaanpak van ROHA
Hoe ervaart zij regeldruk in de praktijk?
Bij welke organisatie werkt u en wat is uw functie?
Ik werk bij de Regionale Organisatie Huisartsen Amsterdam, beter bekend als de ROHA. De ROHA is opgericht door en voor huisartsen om gestructureerde zorg te bieden aan mensen met chronische aandoeningen zoals diabetes, astma, COPD, hart en vaatziekten en sinds kort ook zorg voor (kwetsbare) ouderen. Ik ben daar coördinator Chronische Zorg.
Kunt u iets vertellen over uzelf en over hoe een doorsnee werkdag er voor u uit ziet?
Tegenwoordig train ik zorgprofessionals in het voeren van gesprekken met patiënten. Het doel van de gesprekken is om te onderzoeken wat patiënten zelf nog wél kunnen, in plaats van het alleen strak uitvoeren van het medische protocol waarbij de focus ligt op wat men niet meer kan. Zorgprofessionals leren tijdens de training dus om op een andere manier naar patiënten te kijken. Dit heeft ook gevolgen voor de manier van werken. We merken dat zorgprofessionals meer energie en werkplezier krijgen door patiënten te ondersteunen in wat ze nog wél kunnen. We zien bij patiënten dat ze zich veel meer gehoord voelen en daardoor meer openstaan om (gezondheids)zaken op te pakken.
Wat is het belang van regeldruk verminderen voor u?
We werk(t)en met een strak protocol. Door het verminderen van regeldruk, ontstaat er ruimte om meer tijd te nemen voor de patiënt en om een relatie op te bouwen. Hierdoor komen ook andere zaken aan de orde. Een voorbeeld. De praktijkondersteuners waren hard bezig om het protocol af te werken om de patiënten in beweging te krijgen, maar juist door het afwerken van het protocol gingen de patiënten achterover leunen. De praktijkondersteuners waren aan het einde van de dag doodop en gaven op een gegeven moment aan dat ze geen energie meer hadden. We moesten iets gaan doen. We realiseerden ons dat wij als zorgprofessionals met name gefocust zijn op de chronische aandoening en het vaststellen van een diagnose. Maar deze patiënten hebben vaak ook heel veel andere problemen, bijvoorbeeld schulden of problemen in het gezin. We moesten juist tijd vrij maken, zodat we het gesprek op een andere manier kunnen voeren. De patiënt laten focussen op wat hij belangrijk vindt op dit moment en wél kan in plaats van wat hij allemaal niet meer kan. Vragen stellen zoals: waar zit voor jou de zingeving, wat kun je nog wel en waar word je blij van om vervolgens daar mee aan de slag te gaan. We zijn dus met een andere focus het gesprek aangegaan met patiënten. En weet je wat het ons heeft opgeleverd? Tevreden patiënten, praktijkondersteuners die aan het einde van de dag nog energie over hebben en meer tevreden zijn met hun werk.
Wat merkt u van de inspanningen in het kader van het ontregelen van de zorg?
Er zijn ontwikkelingen dat de zorg, waar het kan, van de 2e naar de 1e lijn wordt verschoven, dus van het ziekenhuis naar de huisartsen. De druk neemt daardoor voor hen toe. En we hebben te maken met krapte op de arbeidsmarkt, vooral bij praktijkondersteuners. En die zijn onmisbaar voor de huisartsenpraktijk. De werkdruk neemt dus toe en het werkplezier af. Door het schrappen van onnodige regels, wordt de werkdruk en werkplezier weer in balans gebracht.
Ik merk dat er ruimte ontstaat om te gaan experimenteren met een andere manier van werken. Dat is niet alleen de administratie verminderen, maar ook integraal naar het probleem kijken van een patiënt. Zo heeft een van onze huisartsen een schaal met fruit op haar bureau staan. Dat geeft aanleiding en de mogelijkheid om op een andere manier het gesprek met de patiënt te beginnen.
Heeft uzelf of uw organisatie iets gedaan om onnodige regels te schrappen of heeft u deelgenomen aan een schrapsessie? Wat zou u(w) organisatie mogelijk kunnen doen hieraan?
Vanuit het AOF, dat is het Achterstand OndersteuningsFonds, is het financieel mogelijk gemaakt dat onze huisartsen met uur-gesprekken zijn begonnen in plaats van de 10-minuten gesprekken. Doordat de huisarts meer tijd voor de patiënt heeft, kan er ook meer besproken worden en krijgt de huisarts ook zicht op andere problemen die er zijn. Zo hadden we een mevrouw die we wilden doorverwijzen naar een orthopeed voor een operatie. Door het uur-gesprek kwam de huisarts erachter dat er veel meer zaken speelden dan een slechte knie. Ze hebben met elkaar besproken wat ze nog wel zou kunnen en waar zij plezier aan beleeft. Ze vertelde haar huisarts dat ze vroeger met veel plezier koekjes en taarten bakten en dat dit door allerlei omstandigheden uit haar leven is verdwenen. De keer daarop kwam ze bij de huisarts op het spreekuur met een schaal zelf gebakken koekjes. Zij is uiteindelijk door een ergotherapeut geholpen, waardoor ze weer makkelijker kon lopen en ook weer kan bakken. Patiënt gelukkig, want een operatie is niet meer nodig, zij kon haar hobby weer oppakken. De huisarts is blij omdat ze meer aandacht en tijd voor de patiënt heeft (gehad) en haar niet heeft hoeven door te verwijzen naar het ziekenhuis. Dit is zoveel goedkoper, maar het vergt een andere aanpak.
Heeft u een inspirerend ontregel-voorbeeld of praktische tip uit uw dagelijkse praktijk waar andere zorgverleners baat bij kunnen hebben?
Eén van de grootste ergernissen voor onze praktijkondersteuners was het computersysteem waarin zij verschillende items per aandoening moesten aanvinken. Dat waren er echt heel veel, 10 tot 12 vinkjes per aandoening. Het gevolg was dat de praktijkondersteuner alleen maar gefocust was op vinkjes zetten. Want: geen vinkje, geen vergoeding voor het werk. Maar ja, vinkjes zetten kost tijd en dat ging weer ten koste van de patiënt. De praktijkondersteuners hebben toen zelf aangegeven dat ze dit echt onwenselijk vonden, omdat het vinkjes zetten niet bijdroeg aan de kwaliteit van zorg. Ze hebben de vinkjes letterlijk eruit gehaald en van de 10 tot 12 vinkjes per aandoening, deze teruggebracht naar maximaal 2 per aandoening. Zo komt het werk meer in balans, is de onzin eruit gehaald en is er wel transparantie voor de zorgverzekeraar met betrekking tot de declaratie.
Wat is het grootste knelpunt dat u ervaart en waarom is dat zo lastig op te lossen?
Praktijkondersteuners zijn protocollair opgeleid. Dat is hun houvast. Je werkt dan via een bepaalde methode en dat is lastig om los te laten. Ze willen ook graag zorgen. En die combinatie met de enorme hoeveelheid administratie, dat werkt niet meer. We trainen ze nu om het gesprek met de patiënt aan te gaan en wat meer het werken volgens protocollen los te laten. Dat vergt echt een cultuuromslag, maar levert zo ontzettend veel meer werkplezier en energie op.