Beperking registratielasten wijkverpleegkundigen door zorginkoopbeleid
Uit het zorginkoopbeleid van zorgverzekeraars kunnen ook administratieve lasten voortkomen voor wijkverpleegkundigen. Op basis van signalen van de branche hebben zorgverzekeraars deze zoveel mogelijk beperkt.
Aanpak
In de landelijke werkgroep Administratieve lasten Wijkverpleging is besproken waarom bepaalde bepalingen in het zorginkoopbeleid staan, wat de intentie van zo’n bepaling is en wat dit in de praktijk voor wijkverpleegkundigen betekent. Vervolgens is gekeken of het mogelijk is om de regeldruk voor wijkverpleegkundigen te verminderen, bijvoorbeeld door te uniformeren, te herformuleren, de bedoeling duidelijker te maken of te verwijzen naar duidelijke informatie over dit onderwerp.
Uniformeren
Sommige zorgverzekeraars hadden een norm voor het maximaal aantal verschillende medewerkers per cliënt opgenomen in hun inkoopbeleid. In de praktijk kwam het voor dat wijkverpleegkundigen hiervoor een aparte registratie gingen bijhouden. Vanaf 2021 werken zorgverzekeraars niet (meer) met deze norm. Hiervoor in de plaats is in het zorginkoopbeleid opgenomen dat de zorgaanbieder zoveel mogelijk gebruik maakt van een vast team zorgverleners en streeft naar een zo min mogelijke inzet van verschillende zorgverleners bij elke cliënt.
Verduidelijken
Voor twee onderwerpen (nazorg voor nabestaanden en de transmurale zorgbrug) is de toelichting verduidelijkt en de werkwijze van zorgverzekeraars gelijkgetrokken.
Ten aanzien van nazorg voor nabestaanden is verduidelijkt dat één tot twee gesprekken nazorg onder de verzekerde zorg valt (Zorgverzekeringswet). De Nza heeft hierover een toelichting gegeven bij de veel gestelde vragen over wijkverpleging op hun website. Zorgverzekeraars verwijzen naar deze toelichting van de NZa.
Voor de transmurale zorgbrug was er in de praktijk onduidelijkheid of de wijkverpleegkundige ook wijkverpleegkundige zorg mag verlenen, terwijl de cliënt elders (bijvoorbeeld in het ziekenhuis, Eerstelijnsverblijf (ELV), Geriatrische revalidatiezorg (GRZ) of hospice) verblijft. Ook dit punt is verduidelijkt. Het is toegestaan om deze zorg bij de zorgverzekeraar te declareren, zolang er sprake is van directe zorgverlening gericht op coördinatie, indicatiestelling en (warme) overdracht bij ontslag en opname van de cliënt terwijl de cliënt nog elders verblijft. Ook dit staat uitgelegd bij de veel gestelde vragen op de website van de NZa.
Individueel maatschappijbeleid
Tot slot heeft de werkgroep de individuele zorgverzekeraars gewezen op enkele specifieke administratieve lasten die voortkomen uit individueel maatschappijbeleid. Bijvoorbeeld de melding bij de zorgverzekeraar voor verlenging palliatief terminale zorg na drie maanden of verantwoordingseisen voor wijkgericht werken en dementienetwerken. Zorgverzekeraars hebben toegezegd om dit zo administratief-arm mogelijk in te richten.
Heeft u naar aanleiding van dit bericht vragen of opmerkingen? Neem dan contact met ons op.