Wettelijke basis voorschrijven van medicatie na contact met de patiënt via internet
Nieuwsbericht | 11-04-2023 | 09:41
Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) bereidt een wetsvoorstel voor waarmee het mogelijk wordt dat zorgverleners medicijnen voorschrijven tijdens of na contact met de patiënt via internet. Dat is nu nog niet mogelijk, onder meer omdat in de wet staat dat de voorschrijver de patiënt eerst persoonlijk moet hebben ontmoet. In de tijd die nodig is om de wet aan te passen, zorgt minister Kuipers er met een beleidsregel voor dat voorschrijven tijdens of na online contact mogelijk is als er geen fysiek onderzoek nodig is en de voorschrijver over de actuele medicatiegegevens van de patiënt beschikt.
Op basis van opgedane ervaring
Minister Ernst Kuipers: “Het is niet meer van deze tijd dat een patiënt per se fysiek contact moet hebben gehad met zijn voorschrijver. Tijdens de coronapandemie hebben we in de praktijk kunnen zien dat het heel goed mogelijk is om via internetcontact medicijnen voor te schrijven, onder strikte voorwaarden. Deze mogelijkheid wil ik nu een wettelijke basis geven. Dat is goed nieuws voor patiënten, en draagt ook bij aan de toegankelijkheid van de zorg.”
Tijdens de COVID-19-pandemie gedoogde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd het voorschrijven van geneesmiddelen via videoconsult. Daardoor werden persoonlijke contacten voorkomen en konden aan patiënten toch geneesmiddelen worden voorgeschreven. Tijdens de pandemie is duidelijk geworden dat deze gedoogmaatregel ook na de COVID-19 pandemie in bepaalde situaties voorziet in een behoefte.
Voortbouwend op de opgedane ervaringen, ontwikkelen de beroepsorganisaties nu nadere voorwaarden om verantwoord om te gaan met het voorschrijven aan patiënten via internet, zonder dat de voorschrijver de patiënt ooit fysiek heeft ontmoet.
Om vooruitlopend op het wetsvoorstel ruimte te bieden aan verantwoord voorschrijven via internet, heeft de minister een beleidsregel vastgesteld.Voorschrijven via internet sluit ook aan bij de ambities in het Integraal Zorgakkoord (IZA) over de inzet van digitale zorgtoepassingen.
De beleidsregel is op 11 april 2023 in werking getreden.
De beleidsregel geldt zolang het huidige artikel 67 Geneesmiddelenwet van kracht is. Als artikel 67 wordt aangepast, dan wordt dat ook hier bekend gemaakt.
De beleidsregel heeft betrekking op: het voorschrijven van een geneesmiddel tijdens of na een consult via internet, terwijl de voorschrijver de patiënt aan wie hij dat geneesmiddel voorschrijft nog nooit persoonlijk heeft ontmoet.
De oude gedoogmaatregel van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd maakte het mogelijk om tijdens of na een videoconsult medicatie voor te schrijven. De voorschrijver moest daartoe aan een aantal door de inspectie geformuleerde voorwaarden voldoen.
De nieuwe beleidsregel specificeert niet op welke manier het consult met de patiënt via internet verloopt, het kan gaan om video, audio (bellen) of tekstberichten. De nieuwe beleidsregel stelt ook iets andere voorwaarden dan in de oude gedoogmaatregel. Wat verantwoord is hangt af van de omstandigheden en is ter beoordeling aan de voorschrijver op grond van de professionele kennis en normen.
De voorschrijver moet beschikken over de actuele medicatiegegevens van de patiënt en moet de medicatiegegevens voor zover nodig raadplegen. Als het voor goede zorg noodzakelijk is dat de voorschrijver de patiënt fysiek onderzoekt of ziet dan mag voor het voorschrijven van een geneesmiddel niet worden volstaan met een consult via internet. De voorschrijver mag geen onnodige risico’s nemen. De voorschrijver kan zich eventueel wel baseren op onderzoek van de patiënt door een andere zorgverlener.
De voorschrijver moet altijd goede zorg verlenen. Dat betekent dat hij zich ook moet houden aan de normen die gelden op grond van wetten zoals de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo; boek 7, titel 7, afdeling 5 van het Burgerlijk Wetboek).
Regulier bellen, zonder internetverbinding, valt niet onder de reikwijdte van artikel 67 Geneesmiddelenwet en dus ook niet onder de reikwijdte van deze beleidsregel. Voor het voorschrijven van een geneesmiddel tijdens of na een regulier telefonisch consult, terwijl de voorschrijver de patiënt aan wie hij voorschrijft nog nooit persoonlijk heeft ontmoet, gelden vergelijkbare voorwaarden. Dat wil zeggen dat het alleen mag als fysiek onderzoek niet nodig is en de voorschrijver over de actuele medicatiegegevens beschikt. Te denken valt aan een telefonisch consult met de vervanger van een huisarts of medisch specialist, of met de waarnemer van de huisarts op de huisartsenpost.