Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport maakt onder leiding van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werk van het verder verminderen van administratieve regeldruk in de zorg.
Het programma [Ont]Regel de Zorg stimuleert zinvolle administratie voor zorgprofessionals zodat er meer tijd is voor het bieden van zorg. Dit doen we door de zorg aan te sporen om vanuit vertrouwen te werken.
Wat doet VWS om regeldruk voor zorgverleners te voorkomen?
Alle partijen in de zorg hebben een steentje bij te dragen als het gaat om het verminderen en voorkomen van regeldruk voor zorgprofessionals. Dat geldt ook voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). We zijn dan ook met VWS deelnemer aan de landelijke Regiegroep Aanpak Regeldruk. Binnen VWS is het programma [Ont]Regel de Zorg de trekker hiervan. Vanuit het programma wordt onder meer ingezet op zo min mogelijk regeldruk als gevolg van wet- en regelgeving en beleid van VWS.
Bij nieuwe beleidsvoornemens worden de verwachte effecten ten aanzien van de regeldruk van tevoren in kaart gebracht. Dit wordt meegenomen in de totaalafweging over nut en noodzaak van een nieuwe wet of regel. In het geval van beleid met mogelijk grote regeldrukgevolgen toetsen we de beleidsvoornemens door middel van een praktijkcheck. De praktijkcheck bestaat onder meer uit het organiseren van een panelgesprek met zorgaanbieders, zorgverleners en/of bedrijven die met het nieuwe beleid (bijvoorbeeld wetten en regels) te maken krijgen. Zij kunnen het meeste inzicht geven in hoe nieuwe wet- en regelgeving zouden uitwerken.
Alle voorgestelde wet- en regelgeving van VWS wordt uiterlijk op de datum van internetconsultatie ter advies voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). Dit advies wordt openbaar gemaakt, zodat het onderdeel kan uitmaken van de parlementaire behandeling. Waar relevant worden de administratieve lasten voor eindgebruikers expliciet meegenomen als aandachtspunt in wetsevaluaties en invoeringstoetsen om aanpassingen te kunnen doen en hiervan te leren voor toekomstige wet- en regelgeving. Dit beperkt zich niet tot nieuwe wet- en regelgeving; ook waar het gaat om het huidige, reeds geldende totaal van wetten en regels wordt actief gezocht naar mogelijkheden tot versimpeling en versoepeling.